pensée sauvage
programma.........
projectnummer...
locatie.................
opdrachtgever....
fotografie............
9 verdiepingen parkeergarage
97023 (ontwerp in 2001)
Heerlen, NL
VOC vastgoed
Arjen Schmitz
Toen antropoloog Levi Strauss beschreef wat we nu begrijpen als een Pensée Sauvage, bedoelde hij het ordenen van onderdelen op de meest “primitieve’’ manier; zoals door eenvoudige aanéénschakeling of stapeling. Precies zo lijkt de voormalige Nederlandse mijnregio Parkstad, ook in morfologische zin te zijn ontstaan. Inmiddels verkeert deze regio al tientallen jaren in een constante crisis na het sluiten van alle mijnen, de raison d’être van deze relatief jonge stedelijke lappendeken. Voorheen zorgden de mijnbazen en hun ingenieurs voor ‘logische’ stedenbouw en daarmee voor de samenleving. Gewend aan een tweede viool, waren het openbaar bestuur en de lokale politiek niet uitgerust om die autoriteit zomaar bij de sluiting van de mijnen over te nemen, hetgeen de aansluitende, ongekende sociale en vervolgens grootstedelijke problemen alleen maar zou verergeren. We mogen de opdracht voor een negen verdiepingen hoge parkeergarage in deze middelgrote laagbouwstad zien als een illustratie van ontbrekend richtinggevoel en een voortzetting van aanééngeregen ingevingen. Het ontwerp zoekt toch inbedding en het omarmt daartoe de beeldtaal van de technische, industriële architectuur van voorheen. Immers die taal wordt herkend door het lokale geheugen. Een onmogelijke poging ook om iets van het bijbehorend maatschappelijk optimisme van destijds terug te brengen, nu de feiten daar niet bepaald naar zijn. Deze fantastische regio is door incompleetheid en contrast echter meer dan uitnodigend uniek.
When anthropologist Levi Strauss described what we now understand as a Pensée Sauvage, he meant the act of arranging parts in the simplest way possible; such as by simple concatenation or stacking. This is precisely how the former Dutch mining region of Parkstad, also in a morphological sense, appears to have originated. In the meantime, this region has been in constant crisis for decades after all mines have been closed; the raison d'étre of this relatively young urban patchwork. In the past, the mining bosses and their engineers took care of logical physical planning and thus society. Accustomed to a second fiddle, public administration and local politics were not equipped to simply take over that authority after the closure of the mines. This would only exacerbate the subsequent unprecedented social and general urban problems. We can see the project assignment for a nine-storey high parking garage in this medium-sized and low-rise city as an illustration of a lack of sense of direction and a continuation of hunches. The design nevertheless seeks embedding and it embraces the visual language of technical, industrial architecture of yesteryears, knowing that this is the language that is shared in local memory. An impossible attempt to bring back some of the associated optimism of times lost. This building demonstrates: this unique and fantastic region will have to find strength and confidence in its facts and imperfections.